Femke Roosma
  • Home
  • Scientific Publications
  • Opinieartikelen
  • Gemeenteraadslid Amsterdam 2010-2022
    • Inzet en Resultaten 2018-2022
    • Inzet en Resultaten 2014-2018
    • Inzet en Resultaten 2010-2014
    • Blogs
    • Notities

we zijn er klaar voor om grote idealen te verwezenlijken

8/8/2018

0 Comments

 
GroenLinks werd de grootste partij en kwam met drie wethouders in het college. Het afgelopen half jaar zochten we een manier om verantwoordelijkheid te dragen en tegelijkertijd onze idealen te verwezenlijken.

Voor 21 maart durfden we het niet te geloven, dat het kon. Bij de Tweede Kamerverkiezingen waren we de grootste geworden in Amsterdam, maar gemeenteraadsverkiezingen zijn anders. We stonden er goed voor in de peilingen, maar in die peilingen waren we nooit de grootste en de echte uitslagen vielen bij GroenLinks altijd een beetje tegen. We hadden goed oppositie gevoerd, constructief als het kon, oppositioneel als het moest. We hadden een uitstekende en zichtbare lijsttrekker en een mooie diverse lijst. De campagne liep uitstekend; geen interne strubbelingen, geen last van moeilijke keuzes van het kabinet of voorgaand college. We waren niet bang om voorop te lopen bij de demonstratie tegen racisme en discriminatie. We hadden ons eigen positieve inclusieve verhaal. Maar toch… Het was ondenkbaar, want het is niet des-GroenLinks om de grootste te zijn.

GroenLinks is een voorhoede-partij. Een partij die de idealen scherp formuleert. Radicaal groen, radicaal democratisch. Pal voor mensenrechten. Links. Het verkiezingsprogramma is het meest linkse en het meest progressieve programma van alle Amsterdamse partijen, zo bleek uit het kieskompas. Hoe kan je met zo’n programma de grootste worden?

De grootste
Maar we werden het. Op 21 maart, rond elf uur ’s avonds, klom lijsttrekker Rutger Groot Wassink het podium op en stak zijn linker vuist in de lucht. De zaal was gevuld met uitzinnige en trotse mensen. Vreugde. Maar ook gelijk het drukkende gevoel van verantwoordelijkheid. Het ligt nu op onze schouders. De beloftes uit de campagne voelden nog zoveel zwaarder. Nu kan het, echt. Maar nu moet het ook…

De coalitieonderhandelingen begonnen snel. Na eerste informatierondes werd nog vóór Pasen gekozen voor de combinatie GroenLinks, D66, PvdA en SP. Het was een inhoudelijke keuze voor partijen die dichtbij elkaar liggen, die elkaar kunnen vinden in gezamenlijke oplossingen voor de uitdagingen waar de stad voor staat. Het was ook een keuze om eruit te komen. Geen politiek spel om partijen te laten afvallen. We wilden investeren in een gezamenlijk verhaal. De wereld kan in vier jaar veranderen en een sterke coalitie bouw je op een gedeelde visie. We organiseerden sessies met experts en nodigden alle Amsterdammers uit om hun ideeën te delen tijdens de Dag van de Stad.

Coalitie
​
Een nieuwe lente en een nieuw geluid. Met die dichtregels van Herman Gorter zag het coalitieakkoord op een zonnige donderdagochtend in mei het levenslicht in het Van Eesteren Paviljoen. Een akkoord met scherpe keuzes: voor een aardgasvrije toekomst voor Amsterdam, voor een autoluwe binnenstad, voor opvang van ongedocumenteerden, voor democratisering, coöperaties en commons, voor investeringen in preventie om ongelijkheid in zorg tegen te gaan, voor het compromisloos bestrijden van racisme en discriminatie, met meer geld voor armoede, schulden en daklozen. ‘Groen-rood college laat stad linksaf slaan’, kopte het Parool.

Rutger verruilde zijn plek in de raadszaal voor die in de collegebankjes, met de portefeuilles Sociale Zaken, Diversiteit en Democratisering. Marieke keerde als oud fractievoorzitter terug naar de Stopera voor de portefeuille Duurzaamheid en Ruimtelijke Ordening. Touria kwam als directeur van de Tolhuistuin uit de haarvaten van de stad voor de portefeuille Kunst, Cultuur en Digitale Stad. Drie nieuwe GroenLinks-wethouders en acht GroenLinks-stadsdeelbestuurders werden op 30 mei geïnstalleerd. Vanaf dat moment telde het college van Amsterdam voor het eerst in de geschiedenis meer vrouwen (5) dan mannen (3).

Idealen
Op 27 juni kon er een strik om dit half jaar met de voordracht van Femke Halsema. De eerste groene en eerste vrouwelijke burgemeester van onze prachtige hoofdstad. Bij haar installatiespeech zei ze: “De komende jaren zult u mij altijd aan de zijde vinden van al die mensen die vreedzaam het recht opeisen om anders, om zichzelf te mogen zijn - en tegenover degenen die hen dat willen beletten.” Bij de botenparade van de Pride stond ze voor op de boot van de gemeente. ‘De trots van Amsterdam’, kopte een willekeurig ochtendblad de maandag daarop.

Af en toe kijk ik achterom vanaf mijn raadszetel vooraan. Dan zie ik negen andere raadsleden – Lene, Imane, Jasper, Deniz, Zeeger, Simion, Dorrit, Nienke en Tirza, en op de bankjes daar achter ons duo-raadslid Zohair en onze nieuwe en oude fractiemedewerkers. Een super sterk team van slimme, enthousiaste mensen met grote idealen en heel veel liefde voor onze mooie stad. En dan denk ik, dat het wel goed komt, met onze grote ambities en onze nieuwe verantwoordelijkheden. We zijn er klaar voor.
0 Comments

Radicaal, Pragmatisch en Fearless: leren van Barcelona

6/26/2018

0 Comments

 
Foto
Vier weken geleden presenteerden we op een zonnige meidag in het Van Eesteren Paviljoen ons coalitieakkoord. Een nieuwe lente en een nieuw geluid. Het resultaat van een politiek project waarin we jaren investeerden en dat voortkomt uit de scherpe ideeën en de kracht van maatschappelijke bewegingen. En tegelijkertijd een belofte: een nieuw geluid.
​
Zo snel mogelijk na de installatie van het nieuwe college - afgelopen week - brachten we als GroenLinks Amsterdam een bezoek Barcelona en Comú (BComu), het burgerplatform dat sinds 2015 de stad bestuurt. Om te leren van, en verbindingen te zoeken met, de Fearless City Barcelona.
​
BComu is een partij, of eigenlijk een beweging, met grootse idealen over de participatieve democratie, sociale rechtvaardigheid en rechten voor mensen zonder papieren, het terugwinnen van de commons via het gemeenschappelijke bezit van basisvoorzieningen en publieke goederen als water en energie en de toegang tot betaalbare woningen. Het recht op de stad (right to the city) voor alle mensen die er verblijven.
BComu is de aanvoerder van een steeds sterker wordende municipalistische beweging die opkomt in steden over de hele wereld. Een beweging gelooft dat de oplossingen voor internationale vraagstukken als migratie, klimaatverandering en de dominantie van de markt, komen vanuit lokale gemeenschappen en steden en worden aangedragen door burgers zelf, van onderop. Municipalism vormt een sterk, hoopvol en progressief alternatief voor het neoliberalisme en het populisme.
​
Het municipalisme is een ideaal waar wij ons als GroenLinks verwant mee voelen. Net als BComu zien wij ons ook geconfronteerd met grote internationale uitgagingen. Uitdagingen waarvan je de moed je soms in de schoenen zakt. BComu heeft gekozen die uitdagingen aan te gaan, beginnend van de uit de wijken in Barcelona met de ideeën en de kracht van burgers en sociale bewegingen, en samen met een netwerk van Fearless Cities over de hele wereld.
Nu we met onze coalitiepartners de stad mogen besturen, moeten ook wij onze grote idealen en ambities (voor radicale vergroening en democratisering, en voor het tegengaan van racisme en discriminatie en ongelijkheid) confronteren met de pragmatische werkelijkheid van het bedrijven van progressieve linkse op gemeentelijk niveau, in een context van een rechts kabinet en een rechts politiek klimaat.

Dat de Telegraaf ons ‘Stalingrad aan de Amstel’ noemt, de premier ons ‘helemaal niks' vindt, en Kamerleden moties en vragen indienen om ons af te houden van plannen die nauwelijks op papier staan, laat zien dat het niet vanzelfsprekend is wat we doen in Amsterdam.

Maar Barcelona heeft laten zien dat het kan. Ze bieden rechten aan vluchtelingen, ze versterken buurteconomieën en coöperaties, ze gaan speculatie en de prijsopdrijvende effecten op de woningmarkt tegen, verzetten zich luid en duidelijk tegen racisme en discriminatie en hebben op imposante wijze de participatieve democratie versterkt. Allemaal stuk voor stuk inspirerende projecten waar we de afgelopen dagen ontzettend veel van leerden.
Maar belangrijker dan dat is misschien nog wel wat zij - en wij samen met hen - zullen uitstralen: Er ís een alternatief. En we zijn niet bang om dat uit te dragen en in praktijk te brengen. Radicaal, pragmatisch en fearless.

Femke Roosma, fractievoorzitter

0 Comments

De ‘markt’ voor zorghulpmiddelen faalt, dus de gemeente moet het zelf doen

1/23/2017

1 Comment

 
Klachten over de aanbieders van hulpmiddelen als rolstoelen, scootmobielen en aanpassingen in het huis, zijn er al jaren. Cynisch gezegd, ze lijken er bijna bij te horen. Mensen moeten weken wachten op reparaties aan rolstoelen. Voorzieningen in het huis, als trapliften of aanpassingen in badkamer, worden te laat of verkeerd geleverd. Mankementen aan scootmobielen lijken eerder regel dan uitzondering. En de klantenservice is vervolgens nauwelijks bereikbaar. Ouderen en gehandicapten zijn de dupe.

Want de gevolgen hiervan voor cliënten zijn groot. Mensen kunnen niet meer de straat op en worden soms weken opgesloten in hun hun eigen huis omdat ze geen (werkende) rolstoel of scootmobiel hebben. Onacceptabel. Ook voelen mensen zich thuis niet meer veilig, omdat ze door ontbrekende of kapotte hulpmiddelen bang zijn om te vallen en iets te breken. We willen dat mensen langer thuis wonen, maar de falende hulpmiddelenbranche maakt dat steeds vaker onmogelijk.

De ergernis over Welzorg (de grootste aanbieder van (zorg)hulpmiddelen in Amsterdam), is groot en de klachten stapelen zich op, maar het lijkt bijna tot niets te leiden. De gemeente Amsterdam heeft het bedrijf sancties opgelegd in de vorm van boetes en een cliëntenstop tot dat de dienstverlening op orde is. Maar het is de vraag of het helpt als aanbieders nóg minder te besteden hebben en hun omzet daalt. Want op de tarieven die gemeentes betalen is door de aanhoudende bezuinigingen in de zorg al veel te veel beknibbelt. Dat is waarschijnlijk ook een van de oorzaken van de problemen. Amsterdam heeft weliswaar inmiddels de tarieven verhoogd, maar dat heeft niet tot een verbetering geleid. Klachten zijn alleen maar toegenomen.

Overstappen naar andere aanbieders kan niet want er zijn slechts een paar grote partijen die de dienst uitmaken in Nederland en de dienstverlening is bij de een nauwelijks beter dan bij de ander. Zij hebben zo’n groot ‘marktaandeel’ dat een paar kleinere partijen niet al hun cliënten zonder problemen kunnen overnemen.
​
De ‘markt’ faalt hier dus hard, zoals wel vaker in de zorg. En de vraag is dan: kan de gemeente dit niet beter zelf doen? De gemeente biedt dienstverlening op tal van terreinen, waarom niet op het gebied van (zorg)hulpmiddelen? De gemeente kan dan zelf sturen op de prijs en kwaliteit, in plaats van met nauwelijks werkende sancties proberen te corrigeren. De gemeente kan dan zelf het (hogere!) niveau van dienstverlening bepalen. Waar de markt faalt, kan – nee – moet de overheid ingrijpen. Het wordt tijd dat Amsterdam daar voorbereidingen voor gaat treffen, zodat wanneer de contracten met Welzorg en anderen aflopen, we daadwerkelijk een alternatief hebben.
1 Comment

schuld is geen ‘eigen schuld’ maar het grootste sociale probleem van deze tijd

11/21/2016

2 Comments

 
Schulden zijn het grootste sociale probleem van onze tijd. En dan bedoel ik niet schulden van overheden of van landen. Dan heb ik het over particuliere schulden; die maken mensen, gezinnen en sociale verbanden kapot. Dat moet stoppen en dat kan alleen als we onze moraliteit over schulden radicaal veranderen. We moeten erkennen dat schuld vaak geen eigen schuld dikke bult is. En dat kan alleen als de overheid daarvoor verantwoordelijkheid neemt.

Van schulden kom je heel moeilijk af
Het is geen nieuw verhaal. Keer op keer duikt het op. Mensen die zo verstrikt raken in de schulden dat er geen uitweg is. Mensen die "gat met gat vullen", zoals Paul Scheerder van het Leefkringhuis in Noord zo treffend zegt in de nieuwe documentaireserie “Schuldig” van Sarah Sylbing en Ester Gould, die zes weken lang wordt uitgezonden op NPO1.
Het verhaal van Cathelijne en haar zoon Giovanni in de documentaires “50 cent” (2007) en “De Rekening van Cathelijne” (2012), van dezelfde documentairemaaksters, staan me nog scherp op het netvlies. Een gezin met kinderen dat steeds dieper wegzakt in de armoede en sociale problemen. Een moeder, Cathelijne, die na de eerste documentaire zo schrikt van de situatie, dat ze besluit om het roer radicaal om te gooien, maar ondanks al haar inspanningen er niet uitkomt doordat schulden haar blijven achtervolgen. “Als je eenmaal schulden hebt, kom je er heel moeilijk vanaf”, is de boodschap van deze (must see) documentaires. Een boodschap voor politici, beleidsmakers en de hele samenleving.
Investeren in preventie en educatie is niet de oplossing
Want het onderliggende probleem is hier dat we nog steeds geloven dat schulden ‘eigen schuld’ zijn. Dat de heersende moraal is dat gerechtigheid pas is geschied als schuldenaren hun schuld tot de laatste cent hebben terugbetaald. Ondanks dat in de tussentijd gezinnen verwoest zijn, kinderen in armoede opgroeien, mensen dakloos raken. Het probleem is het idee dat als we maar genoeg investeren in preventie en mensen leren hoe ze met hun budget om moeten gaan dat we schulden kunnen voorkomen. Maar dat idee is niet juist. 
Feit is dat mensen niet kunnen rondkomen van de bijstand. Het Nibud toont dat al jaren aan. Schulden ontstaan zo vanzelf. Helemaal als je de pech dat jij of je kinderen ziek wordt of een onverwachte andere financiële ‘tegenvaller’ krijgt. Want één tegenvaller betekent schulden. Schulden die steeds groter groeien.
Overheid krijgt voorrang als schuldeiser
Maar ook de overheid creëert vaak schulden. De huurtoeslag en de zorgtoeslag zijn grote boosdoeners omdat mensen vaak zonder het te weten te veel geld ontvangen. De belastingdienst schendt vaak de beslagvrije voet en zorgverzekeraars leggen snel boetes op bij ‘wanbetaling’. De overheid is bovendien een preferente schuldeiser die over het algemeen niet mee wil werken aan schuldregelingen.
Het onbegrijpelijke is, is dat met deze strenge aanpak de overheid zichzelf ook direct in de vingers snijdt. Door oninbare schulden letterlijk koste wat kost terug te eisen, worden grotere problemen veroorzaakt die de overheid en maatschappij veel meer geld kosten: de kosten van huisuitzetting, dakloosheid, crisisopvang en (jeugd)zorg zijn enorm.
Sociale impact tot minimun beperken
Uitvoerders weten dit, beleidsmakers weten dit en politici weten dit. Toch gebeurt er niks. Ik vind dat onbegrijpelijk. Er moet een radicaal andere aanpak komen om de verwoestende impact van schulden te voorkomen, waarin het uitgangspunt moet zijn de sociale impact tot het minimum te beperken. GroenLinks heeft onder meer al voorgesteld om de gemeente huurlasten te laten overnemen van gezinnen die uit hun woningen gezet dreigen te worden om zo uitzetting te voorkomen en om als gemeente vaker schulden op te kopen of over te nemen zodat de gemeente beter kan sturen.
Maar uiteindelijk begint het ook bij het veranderen van onze moraal. Bij het idee dat het voorkomen van sociale problemen veel belangrijker is dan het calvinistische ‘boete doen’. Bij de bewustwording van het feit dat schuld niet per definitie eigen schuld is. Debt is not guilt.
2 Comments

het tij kan keren, schoonmakers moeten weer in gemeentelijke dienst

9/29/2016

0 Comments

 
Vandaag spreekt de gemeente over het voorstel van de PvdA, SP en GroenLinks om schoonmakers weer in gemeentelijke dienst te nemen. Dat is tegen de zin van het college, die tegen het voorstel inbrengt dat inbesteding  - diensten aanbesteden bij de eigen organisatie - duurder is. Daarnaast stellen ze dat schoonmaakbedrijven meer gespecialiseerd zijn in schoonmaakwerk. Het college kan echter niet ontkennen dat de arbeidsomstandigheden van schoonmakers in eigen dienst flink verbeteren en dat zij op deze manier écht onderdeel van de gemeentelijke organisatie worden. Wat GroenLinks betreft wordt het voorstel dus snel uitgevoerd.

Neoliberale trend keren
Als het schoonmaakwerk straks daadwerkelijk inbesteed wordt, wordt bovendien een belangrijke trend gekeerd: de trend die gebaseerd is op de neoliberale ideologie dat de overheid zo klein mogelijk moet zijn en dat alles beter en efficiënter wordt als het onderworpen wordt aan de wetten van de markt. Als er een sector is waar de verwoestende gevolgen daarvan zichtbaar zijn geworden, is het wel de schoonmaaksector. Schoonmaakbedrijven gingen een harde concurrentie en prijzenoorlog aan die direct werd afgewenteld op de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van werknemers. Lonen gingen naar beneden tot het minimum, er kwamen wachtdagen bij ziekte, werkzaamheden verplaatsten zich naar de nachtelijke uren, tijdelijke contracten waren de norm, de werkdruk steeg én de kwaliteit van het werk verslechterde (logischerwijs).

De salarissen van de bestuurders van de enorme schoonmaakbedrijven gingen tegelijkertijd wel omhoog. Niet gek dat de schoonmakers er op een gegeven moment ‘schoon genoeg’ van hadden. Na een grootschalige campagne van de FNV en stakingen bij onder meer de NS, kwamen er verbeteringen. In 2011 kwam de Code Verantwoord Marktgedrag die een aantal zaken normaliseerde. Maar dit is niet genoeg.

Schoonmaakwerk onderdeel van gemeente
Door schoonmakers in eigen dienst te nemen wordt duidelijk gemaakt dat schoonmaakwerk een normaal onderdeel is van de gemeentelijke organisatie. Dat de CAO die geldt voor beleidsambtenaren ook gewoon moet gelden voor schoonmakers. Dat ook schoonmakers er periodieken bij moeten krijgen als ze langer in dienst blijven, net als beleidsambtenaren. Omdat schoonmaakwerk ander werk is en zeker niet minder werk. Het is een eerste voorwaardelijke stap richting een meer egalitair loongebouw, een meer gelijke beloning van verschillende functies. En daarom is het zo’n een belangrijke stap.

Net als alle andere gemeenteambtenaren
Niet iedereen ziet dat zo. Hoewel het Rijk schoonmakers weer in eigen dienst heeft genomen (hulde), zien zij schoonmakers nog niet als gelijkwaardige werknemers. Want het is bijzonder cynisch dat het kabinet de loonontwikkeling die schoonmakers in eigen dienst zouden doormaken “ongewenst” vond en met de vakbonden een mindere loonontwikkeling afsprak.
​
Dat gaat Amsterdam niet doen, als het aan GroenLinks ligt. Als het voorstel van de PvdA, SP en GroenLinks wordt aangenomen, is een schoonmaker als elke andere werknemer van de gemeente. Niets meer, maar ook niks minder.
0 Comments

waarom Fred gelijk heeft

4/21/2016

0 Comments

 
Fred is dakloos en demonstreert sinds maandag voor de Stopera bij de grote Iamsterdam letters. Hij demonstreert omdat de winteropvang dicht is en hij nu weer op straat moet slapen. Hij vindt het niet rechtvaardig dat er geen basale opvang is voor mensen zoals hij en dat hij daarom buiten moet slapen. Iedereen die in Amsterdam verblijft zou binnen moeten kunnen slapen. Fred heeft natuurlijk helemaal gelijk.

GroenLinks vindt al heel lang dat er een toegankelijke laagdrempelige opvang moet zijn in Amsterdam. In theorie is er een “systeem” waarin voor elke dakloze een plek is in de maatschappelijke opvang, als ze maar via “warme overdracht” naar de plek worden begeleid waar ze “sociale binding” mee hebben. In de praktijk betekent het vaak dat een dakloze die niet “kwetsbaar” genoeg is, of een dakloze die niet kan aantonen dat hij/zij recente “binding” met Amsterdam heeft, gewoon wordt weggestuurd om op “eigen kracht” een oplossing te zoeken. Dat betekent dan dus vaak buiten slapen. Zo ook voor Fred.

En dat is natuurlijk onacceptabel. Laagdrempelige opvang is er wel voor vluchtelingen. Terecht. Zeer terecht. Maar het recht op bed bad brood geldt voor iedereen. Ook voor Fred.
​
“Alleen een oplossing voor mij is geen oplossing, er dienen duurzame en humane oplossingen te komen voor álle daklozen”, stelt Fred. Daarom wil GroenLinks dat er 365 dagen per jaar basale opvang is (niet alleen in de winter). En dat vanuit die opvang mensen de juiste zorg kunnen krijgen, kunnen werken aan het oplossen van schulden of het zoeken van een huis. Waar dat dan ook is. GroenLinks heeft hier vele malen voorstellen voor gedaan en zal dat blijven doen. Omdat iedereen binnen moet kunnen slapen. Als het koud is, als het regent en als de zon schijnt.
0 Comments

Niks is onmogelijk: het AGO-zwembad voor gehandicapten kan open blijven

2/5/2016

0 Comments

 
Per 1 januari 2017 sluit het AGO-zwembad in Diemen. Tenzij de Amsterdamse gemeenteraad in actie komt. Achter deze weinig zeggende naam van het zwembad, schuilt een belangrijke zorgvoorziening.
In het AGO-zwembad is het 35 graden en ook het water is bijna zo warm. De temperatuur is erg belangrijk voor de gebruikers die er zwemmen: verschillende groepen mensen met lichte tot zware handicaps.
Belangrijk is ook de hellingbaan, waardoor mensen op een brancard of met een rolstoel het zwembad in kunnen. Geen ander zwembad in de omgeving heeft deze voorzieningen. Vandaar dat de gemeente in 2012 nog besloot 250.000 euro te investeren in de renovatie van het zwembad. Er zijn geen alternatieven, concludeerde de gemeente toen.

door Femke Roosma
Toch besloot het huidige college, met steun (of eigenlijk in opdracht) van de coalitiepartijen D66, VVD en SP, de subsidie van het AGO-zwembad te schrappen. Het was onderdeel van de grote bezuinigingsoperatie op subsidies in het sociale domein. Het geld dat bij die bezuinigingsoperatie vrij kwam was namelijk hard nodig, vond de coalitie. Maar de vrijgemaakte middelen blijken nu in miljoenen op de plank te blijven liggen. Leg dat maar eens uit...
Het college liet wel alternatieven onderzoeken en stuurde een dik rapport vol wensdenken naar de commissie Zorg. De mensen die nu in het AGO-zwembad zwemmen zouden wellicht elders in de overvolle commerciële zwembaden een plekje kunnen vinden. Wellicht. Die andere zwembaden zouden dan wel moeten investeren in hellingbanen natuurlijk. O ja, en ook de temperatuur van het water af en toe verhogen. En misschien dat ze dan ook de temperatuur van de ruimte naar 35 graden kunnen brengen. Misschien wel. Voor de groepen met de zwaarste beperkingen zijn alternatieven eigenlijk wel “lastig”. Maar "niks is onmogelijk".
Inderdaad, niks is onmogelijk! Want wat is nou het doel van deze bezuiniging? Waarom moet deze zorgvoorziening sluiten? Kunnen we dit echt niet betalen als gemeente? Het gaat om 150.000 euro. Op een begroting van 6 miljard euro. Daar moet toch een oplossing voor te vinden zijn? Niks is onmogelijk. De gemeenteraad kan beter dan dit. Gisterochtend gloorde een beetje hoop in de commissie. Hoop dat het zwembad toch kan openblijven. Wordt vervolgd wat GroenLinks betreft!
0 Comments

Binnenslapen - als het koud is, als het regent én als de zon schijnt

11/23/2015

1 Comment

 
De afgelopen week regende het af en aan. Elke nacht slapen in onze stad dan mensen buiten. Ze beschermen zich tegen de regen zo goed en zo kwaad als het gaat. Maar ze kunnen niet voorkomen dat uiteindelijk hun kleren en spullen nat of klam worden.
Over één week, op 1 december gaat in Amsterdam voor de tweede keer de permanente winteropvang open. Waar voorheen alleen op de "koude" dagen mensen naar binnen mochten, is de winteropvang nu een vaste periode van vier maanden (van 1 december tot 1 april) open. Toen deze regeling vorig jaar werd ingesteld op aandringen van GroenLinks en maatschappelijke organisaties als de Daklozenvakbond, was dat een mooie overwinning. En dat de winteropvang ook dit jaar voor vier maanden open gaat, is dan ook een logisch gevolg. Maar het  is ook tijd om een nieuwe stap te zetten. Want ook in deze laatste november week is het geen pretje om buiten te slapen. GroenLinks wil dat mensen binnenslapen als het vriest, als het regent. Maar ook als de zon schijnt.

Nachtopvang volstaat niet

Uiteraard kent Amsterdam een nachtopvang voor daklozen. Slechts sommigen van de mensen die deze week in de regen sliepen kunnen daar terecht. Dan moet je wel recht hebben op zorg ergens in Nederland. Dit sluit al veel mensen letterlijk buiten. Maar je moet ook in traject willen. Veel van de mensen die buitenslapen hebben angst voor die "trajecten". Door uiteenlopende redenen – mensen komen niet voor niks op straat terecht – wantrouwen ze hulpverleners en de overheid. De verplichte bureaucratische procedures voor het aanvragen van een daklozenuitkering en allerlei andere regelingen, zijn voor hen zo afschrikwekkend dat men liever bedankt. Overigens is de nachtopvang bijna altijd vol, zodat mensen die uiteindelijk wel de stap richting hulp zetten wordt gezegd "tijdelijk op eigen kracht een oplossing te zoeken". En dan moet men toch maar weer buiten slapen.
Met de beperkingen aan de toegang van de nachtopvang wil de gemeente mensen met zachte hand dwingen naar zorg. Maar daartegen zijn twee bezwaren tegen in te brengen. Een eerste bezwaar is praktisch. Mensen kunnen veel beter geholpen worden als ze eenmaal tot rust zijn gekomen en niet elke nacht in de stress een slaapplek hoeven te zoeken. Bovendien worden op straat de problemen alleen maar groter. APV-boetes stapelen zich op. Mensen komen dieper in de ellende. Het tweede bezwaar is echter veel principiëler: mensen hebben recht op basisbehoeften, op bed bad en brood. Een bed mag je niemand ontzeggen.

​Daklozen moeten toegang hebben zonder eisen

Dat principiële bezwaar wordt ondersteund door een uitspraak van de Raad van Europa (Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR)) die stelt dat de Nederlandse overheid dakloze mensen overal toegang tot opvang moet verlenen. Eisen aan die opvang zijn niet toegestaan. De overheid is eraan gehouden mensenrechten, zoals het recht op onderdak en voedsel, te waarborgen. Deze uitspraak geldt voor uitgeprocedeerde asielzoekers, maar ook voor alle andere daklozen in Nederland. Voor iedereen die anders op straat slaapt.
De afgelopen gemeenteraad heeft de raad per motie dan ook een belangrijke uitspraak gedaan. De raad wil dat het college beleid gaat maken in lijn met de uitspraak van de ECSR en bij de opvang dus toegang te bieden aan iedereen die anders op straat slaapt. Het college moet dit uit gaan werken in een plan. De GroenLinks-fractie hier uiteraard zeer benieuwd naar. Want de uitspraak van een meerderheid van de gemeenteraad is voor mij glashelder: het betekent permanente opvang voor mensen zonder alternatief. Winteropvang in december tot april, maar ook lente-, zomer- of herfstopvang van mei tot en met november.
1 Comment

Red de Zorg! Maar hoe?

9/8/2015

0 Comments

 
Red de Zorg, die hartenkreet is de titel van een grote demonstratie die de FNV aanstaande zaterdag organiseert in Amsterdam. Het is ook de titel van een volkspetitie die al door meer dan 700.000 Nederlanders werd ondertekend. En van een landelijke FNV-campagne die door velen wordt ondersteund. Hoe is het mogelijk dat in een rijk, goed georganiseerd land als Nederland, de breedst gesteunde publieke voorziening, de zorg, ‘gered’ moet worden? Dat vraagt Femke Roosma zich af.

Het betaalbaarheidsdogma
“De zorgkosten rijzen de pan uit”, “De zorg wordt onbetaalbaar”. Dat beeld wordt door politici continu in de hoofden van Nederlander geprent. Omdat we te veel zorg ‘consumeren’ betaalt de Nederlander zich blauw aan belastingen en premies, daarom moet er worden bezuinigd, zo is de boodschap.
Over dit betaalbaarheidsdogma valt veel te zeggen: ja, de zorgkosten stijgen, maar ook de bevolking groeit en de behandelingen worden beter. Goede gezondheid is een groot goed en zorg is onze belangrijkste sociale voorziening. En ook, de zorgkosten stegen toch vooral na de invoering van de ‘marktwerking’, die leidde tot eindeloze declaraties en gigantische winsten voor zorgverzekeraars. Maar het politieke frame dat er hoe dan ook bezuinigd móet worden op de zorg, wordt gek genoeg nauwelijks ter discussie gesteld.

Verkeerde bezuinigingen

De vervolgvraag is: waarop moet er dan bezuinigd worden? Logisch lijkt het om te bezuinigen op de o zo machtige farmaceutische industrie die de Nederlandse medicijnen peperduur maakt. Of op de hoge declaraties, veroorzaakt door marktwerking. Bezuinig door dure medische specialisten weer in loondienst te nemen.
Maar nee, het kabinet koos voor de meest onlogische en meest gevaarlijke combinatie van bezuinigingen. Enerzijds wordt er flink gesneden in de zorg aan huis: de thuiszorg, de persoonlijke verzorging en de dagbesteding. Precies op die zorg die de kwaliteit van het leven verhoogd, die zorg die maakt dat mensen thuis kunnen blijven wonen.
Vrienden en familie moeten die zorg aan huis maar opvangen, terwijl mantelzorgers zich steeds vaker overbelast voelen. Anderzijds wordt de toegang tot verpleeg- en verzorgingstehuizen geblokkeerd en wordt in rap tempo het aantal bedden afgebouwd. Tehuizen sluiten en huisartsen krijgen zeer kwetsbare ouderen niet meer geplaatst. Geen wonder dat maar liefst 80% van de Nederlanders zich zorgen maakt over de kwaliteit van de ouderenzorg.

Wijkzorg een illusie?

De gemeentes proberen intussen onder druk van de grote bezuinigingen wijkzorgteams op te zetten. Maar waar Samsom nog mooie woorden sprak over “de wijkzuster terug in de wijk”, is de realiteit anders. Wijkzorgteams blijken vooral grote netwerkorganisaties van de vele, vele zorgaanbieders te worden die vooral met elkaar vergaderen.
‘Keukentafelgesprek’ wordt steeds meer synoniem voor slecht nieuws gesprek. Na een lange vragenlijst (‘zelfredzaamheidsmatrix’) is de conclusie bijna altijd dat minder zorg wordt verleend. En omdat zorgverzekeraars alles willen weten, werd er nog nooit zo veel tijd besteed aan administratie en registratie. ‘De professional’ zou zogenaamd de ruimte moeten krijgen, maar loopt steeds meer aan de leiband van de almachtige zorgverzekeraar.

De ideologie van prikkels, schade en eigen risico

Ondertussen is zorgdomein omgeven met een nieuwe ideologie die wordt samengevat als ‘marktwerking’. Zorgverzekeraars moeten strak inkopen en met de juiste prikkels de zorgkosten drukken. ‘Schade’ (men bedoelt zorg) moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Het eigen risico en de eigen bijdrage werpen barrières op voor de zorg en werken zorgmijding in de hand, maar bovenal zetten ze de solidariteit tussen ziek en gezond onder druk: ziek zijn wordt steeds meer eigen schuld dikke bult.

​Red de zorg!

Het kan wel anders. Weg met het betaalbaarheidsdogma! Zorg is geen ‘schade post’. Cliënten zijn geen kostenpost en willen ook niet zo behandeld worden. Principes van marktwerking horen niet in de zorg. Eigen bijdrages en het eigen risico moeten naar beneden, ziek worden is niet eigen schuld dikke bult. Daarnaast moeten we niet bezuinigen op zorg aan huis en preventieve zorg, maar er juist in investeren. Investeren in welzijn levert anderhalf keer zo veel op als dat het kost, en belangrijker: het verbetert de kwaliteit van leven van mensen.
Laat wijkzorgteams samenwerken in kleinschaligere buurten, stop de concurrentie tussen de ontelbare aanbieders. En als we de huisarts en wijkverpleegkundigen als professionals echt zeggenschap willen geven - en niet alleen mooie woorden - dan moeten we af van de ‘afrekenbureaucratie’ van de zorgverzekeraars.
Red de zorg. Demonstreer mee, op 12 september!
0 Comments

D66 gaat roekeloos om met de stad

6/29/2015

0 Comments

 
Politiek is het een aantrekkelijk beeld: vlieg een slimme econoom van het IMF in die als wethouder Financiën orde op zaken gaat stellen in de stad Amsterdam als ware het de economie van Oezbekistan. Lekker de rotzooi opruimen van 66 jaar sociaaldemocratie. D66-fractievoorzitter Jan Paternotte koketteert graag met dat beeld. Maar in werkelijkheid springt juist D66 zelf roekeloos met de stad en haar financiële middelen om.

De gemeente Amsterdam zit op dit moment midden in een enorme reorganisatie en heeft nieuwe taken op het gebied van zorg, jeugdzorg en participatie en moet grote bezuinigingen vanuit het Rijk slikken. Niet een moment om alles ‘anders’ te gaan doen, lijkt ons. Maar na de verkiezingsoverwinning besloot D66 toch, tegen alle adviezen in, tot grote extra bezuinigingen van 160 miljoen euro per jaar op de organisatie, inkoop en subsidies. Hiermee speelden ze grote zakken geld vrij voor politieke hobby’s om de VVD en de SP te verleiden mee te doen in een politiek ingewikkelde coalitie. De VVD krijgt veel geld om belastingen voor bedrijven af te schaffen, de SP krijgt geld voor armoedebestrijding en D66 strooit met geld voor onderwijs en kunst.

De suggestie van Paternotte dat de bezuinigingen nodig zijn om financieel ‘orde op zaken’ te stellen is dan ook pertinent onwaar, zo bevestigt het College ook. Het is eerder omgekeerd: met deze nieuwe opgave neemt D66 grote risico’s en zet ze de (financiële) organisatie verder onder druk. Door de bezuinigingen van D66 moeten nu 350 banen worden geschrapt. De afdeling financiën, waar problemen en personeelstekorten zich opstapelen, verliest meer dan 10% van haar medewerkers. Om de financiën op orde te brengen? Nee, om politieke hobby’s te betalen.

Tekenend voor hoe D66 met de stadsfinanciën omgaat is ook het ideologische frame om ‘de schulden van de stad te saneren’. Met honderden miljoenen wil D66 die ‘schulden’ aflossen, om te beginnen 40 miljoen euro dit jaar. De recente schuldnotitie laat zien dat dit totaal onnodig is. Dat erkent ook de wethouder Financiën die de schuldpositie van de stad ‘gezond’ noemde. Miljoenen weggegooid geld dus.

Bij zorg, welzijn, daklozen en minima, daar waren die miljoenen meer dan welkom geweest, maar deze kwetsbare groepen verliezen juist hun ondersteuning. Pijnlijke en harde keuzes, waarbij de coalitie een groot deel van de verantwoordelijkheid afschuift op de stadsdelen om de kaalslag te verdoezelen. De stadsdelen zijn verantwoordelijk voor 5% van de totale subsidies, maar moeten 35% van de totale bezuiniging realiseren. Die zullen vooral terecht komen bij zorg en welzijn. De voorzieningen die de meest kwetsbare Amsterdammers moeten beschermen tegen de bezuinigingen op de zorg, worden weggesnoeid: onbegrijpelijk en onverantwoord.

Als je deze politieke keuzes al maakt, dan moet daar een goed proces aan voorafgaan, maar daar laat D66 wethouder Kock het echt afweten. Een bezuinigingsoperatie, noodzakelijk of slechts gewenst, vraagt om een zorgvuldige behandeling. Om gesprekken met subsidieontvangers en met gebruikers van de zorg en welzijnsvoorzieningen. Om tijd om moeilijke afwegingen te maken, om voorzieningen voor te bereiden op een omslag, om afspraken te maken. Maar de stadsdelen krijgen slechts drie weken de tijd om een lijstje in te leveren waar ze gaan snoeien of subsidies helemaal stop zetten. Uitstel wordt niet geduld. Voor bestuurscommissieleden een onmogelijke en onredelijke taak, voor de stad een blamage en voor de verschillende voorzieningen, hun personeel, maar met name de gebruikers hiervan een drama. En dit alles zonder enige democratische inspraak - ooit toch een paradepaardje van D66 - maar rücksichtslos via een van bovenaf opgelegde bezuiniging.

D66 doet het anders, ja. Maar met de financiën op orde brengen of een fatsoenlijke democratisch proces heeft het weinig te maken.

Femke Roosma (Gemeenteraadslid GroenLinks Amsterdam)
Rick Vermin (GroenLinks Amsterdam Oost)
Rocco Piers (GroenLinks Amsterdam Zuid)
Bernadette Vieverich (GroenLinks Amsterdam West)
Simone Plantinga (GroenLinks Amsterdam Nieuw-West)
Mariska Min (GroenLinks Amsterdam Noord)
Micha Mos (GroenLinks Amsterdam Centrum)



0 Comments
<<Previous
    Foto

    Archives

    August 2018
    June 2018
    January 2017
    November 2016
    September 2016
    April 2016
    February 2016
    November 2015
    September 2015
    June 2015
    February 2015
    September 2014
    August 2014
    March 2014

    Categories

    All

    RSS Feed

Powered by Create your own unique website with customizable templates.