Vandaag spreekt de gemeente over het voorstel van de PvdA, SP en GroenLinks om schoonmakers weer in gemeentelijke dienst te nemen. Dat is tegen de zin van het college, die tegen het voorstel inbrengt dat inbesteding - diensten aanbesteden bij de eigen organisatie - duurder is. Daarnaast stellen ze dat schoonmaakbedrijven meer gespecialiseerd zijn in schoonmaakwerk. Het college kan echter niet ontkennen dat de arbeidsomstandigheden van schoonmakers in eigen dienst flink verbeteren en dat zij op deze manier écht onderdeel van de gemeentelijke organisatie worden. Wat GroenLinks betreft wordt het voorstel dus snel uitgevoerd.
Neoliberale trend keren
Als het schoonmaakwerk straks daadwerkelijk inbesteed wordt, wordt bovendien een belangrijke trend gekeerd: de trend die gebaseerd is op de neoliberale ideologie dat de overheid zo klein mogelijk moet zijn en dat alles beter en efficiënter wordt als het onderworpen wordt aan de wetten van de markt. Als er een sector is waar de verwoestende gevolgen daarvan zichtbaar zijn geworden, is het wel de schoonmaaksector. Schoonmaakbedrijven gingen een harde concurrentie en prijzenoorlog aan die direct werd afgewenteld op de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van werknemers. Lonen gingen naar beneden tot het minimum, er kwamen wachtdagen bij ziekte, werkzaamheden verplaatsten zich naar de nachtelijke uren, tijdelijke contracten waren de norm, de werkdruk steeg én de kwaliteit van het werk verslechterde (logischerwijs).
De salarissen van de bestuurders van de enorme schoonmaakbedrijven gingen tegelijkertijd wel omhoog. Niet gek dat de schoonmakers er op een gegeven moment ‘schoon genoeg’ van hadden. Na een grootschalige campagne van de FNV en stakingen bij onder meer de NS, kwamen er verbeteringen. In 2011 kwam de Code Verantwoord Marktgedrag die een aantal zaken normaliseerde. Maar dit is niet genoeg.
Schoonmaakwerk onderdeel van gemeente
Door schoonmakers in eigen dienst te nemen wordt duidelijk gemaakt dat schoonmaakwerk een normaal onderdeel is van de gemeentelijke organisatie. Dat de CAO die geldt voor beleidsambtenaren ook gewoon moet gelden voor schoonmakers. Dat ook schoonmakers er periodieken bij moeten krijgen als ze langer in dienst blijven, net als beleidsambtenaren. Omdat schoonmaakwerk ander werk is en zeker niet minder werk. Het is een eerste voorwaardelijke stap richting een meer egalitair loongebouw, een meer gelijke beloning van verschillende functies. En daarom is het zo’n een belangrijke stap.
Net als alle andere gemeenteambtenaren
Niet iedereen ziet dat zo. Hoewel het Rijk schoonmakers weer in eigen dienst heeft genomen (hulde), zien zij schoonmakers nog niet als gelijkwaardige werknemers. Want het is bijzonder cynisch dat het kabinet de loonontwikkeling die schoonmakers in eigen dienst zouden doormaken “ongewenst” vond en met de vakbonden een mindere loonontwikkeling afsprak.
Dat gaat Amsterdam niet doen, als het aan GroenLinks ligt. Als het voorstel van de PvdA, SP en GroenLinks wordt aangenomen, is een schoonmaker als elke andere werknemer van de gemeente. Niets meer, maar ook niks minder.
Neoliberale trend keren
Als het schoonmaakwerk straks daadwerkelijk inbesteed wordt, wordt bovendien een belangrijke trend gekeerd: de trend die gebaseerd is op de neoliberale ideologie dat de overheid zo klein mogelijk moet zijn en dat alles beter en efficiënter wordt als het onderworpen wordt aan de wetten van de markt. Als er een sector is waar de verwoestende gevolgen daarvan zichtbaar zijn geworden, is het wel de schoonmaaksector. Schoonmaakbedrijven gingen een harde concurrentie en prijzenoorlog aan die direct werd afgewenteld op de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van werknemers. Lonen gingen naar beneden tot het minimum, er kwamen wachtdagen bij ziekte, werkzaamheden verplaatsten zich naar de nachtelijke uren, tijdelijke contracten waren de norm, de werkdruk steeg én de kwaliteit van het werk verslechterde (logischerwijs).
De salarissen van de bestuurders van de enorme schoonmaakbedrijven gingen tegelijkertijd wel omhoog. Niet gek dat de schoonmakers er op een gegeven moment ‘schoon genoeg’ van hadden. Na een grootschalige campagne van de FNV en stakingen bij onder meer de NS, kwamen er verbeteringen. In 2011 kwam de Code Verantwoord Marktgedrag die een aantal zaken normaliseerde. Maar dit is niet genoeg.
Schoonmaakwerk onderdeel van gemeente
Door schoonmakers in eigen dienst te nemen wordt duidelijk gemaakt dat schoonmaakwerk een normaal onderdeel is van de gemeentelijke organisatie. Dat de CAO die geldt voor beleidsambtenaren ook gewoon moet gelden voor schoonmakers. Dat ook schoonmakers er periodieken bij moeten krijgen als ze langer in dienst blijven, net als beleidsambtenaren. Omdat schoonmaakwerk ander werk is en zeker niet minder werk. Het is een eerste voorwaardelijke stap richting een meer egalitair loongebouw, een meer gelijke beloning van verschillende functies. En daarom is het zo’n een belangrijke stap.
Net als alle andere gemeenteambtenaren
Niet iedereen ziet dat zo. Hoewel het Rijk schoonmakers weer in eigen dienst heeft genomen (hulde), zien zij schoonmakers nog niet als gelijkwaardige werknemers. Want het is bijzonder cynisch dat het kabinet de loonontwikkeling die schoonmakers in eigen dienst zouden doormaken “ongewenst” vond en met de vakbonden een mindere loonontwikkeling afsprak.
Dat gaat Amsterdam niet doen, als het aan GroenLinks ligt. Als het voorstel van de PvdA, SP en GroenLinks wordt aangenomen, is een schoonmaker als elke andere werknemer van de gemeente. Niets meer, maar ook niks minder.