29 mei 2013
Gister presenteerde wethouder Eric van der Burg zijn lang verwachte visie op het nieuwe zorgstelsel in Amsterdam "Amsterdamse Zorg: Noodzaak Voorop". Het schetst de contouren van een nieuw zorgstelsel na de decentralisaties uit de AWBZ en de bijbehorende giga-bezuinigingen door het kabinet Rutte-Asscher. De brief van van der Burg laat een duidelijke worsteling zien. Aan de ene kant toont het een ideaal zorgstelsel met preventieve zorg op maat, in de wijk, zonder bureaucratie, gericht op participatie en zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen; kostenbesparende maar vooral menselijke zorg. Aan de andere kant maakt het Rijk het onmogelijk om dit ideale stelsel goed op te bouwen door belachelijk grote bezuinigingen van 25 tot 40% op te leggen; mantelzorgers, vrijwilligers en ‘eigen verantwoordelijkheid’ moeten het maar opvangen.
De Amsterdamse Zorgvisie stelt dat “noodzaak voorop” moet staan in de zorg. Maar dat is een door bezuinigingen gedwongen noodzaak. Want juist in de laagdrempelige zorg moet noodzaak níet voorop staan. Wanneer het gaat om ondersteuning, verzorging en dagbesteding is het soms lastig om de échte noodzakelijkheid van deze zorg vast te stellen, terwijl we weten dat deze zorg uiteindelijk wél enorm preventief werkt. Het zorgt dat mensen thuis kunnen blijven wonen, mee kunnen blijven doen en niet afglijden naar afhankelijkheid. De zorg die niet “noodzakelijk” is voorkomt juist dat mensen van dure, wel noodzakelijke zorg gebruik moeten maken.
Amsterdam probeert te bouwen aan deze preventieve zorg in de wijk door wijkgericht te gaan werken. Er komen 22 wijken waarin welzijn, ondersteuning en verzorging georganiseerd worden door wijkteams met een eigen wijkbudget, waarin wijkverpleegkundigen, huisartsen en maatschappelijk werkers de kern vormen. Er is straks geen bureaucratische indicatiestelling meer voor lichte zorg, geen dure verantwoordingssystematiek. Professionals bepalen hoe zij zorg en ondersteuning inzetten. Zorg die uitgaat van participatie en menselijk contact, niet van systemen en formulieren.
Maar noodgedwongen moet dit systeem zwaar leunen op (nu al overbelaste) mantelzorgers en vrijwilligers. Begrippen als ‘eigen verantwoordelijkheid’ en ‘wederkerigheid’ vullen op papier de gaten, maar in de werkelijkheid worden kwetsbare burgers keihard de dupe van dit kabinetsbeleid. Door de grote bezuinigingen verdwijnt de hulp bij het huishouden in zijn huidige vorm en blijft deze alleen bestaan voor zeer kwetsbare groepen. Mensen met complexe zorgvragen raken vaak hun individuele begeleiding kwijt. En voor minder dan 10 uur zorg per week is er geen pgb meer.
Deze bezuinigingen van Rutte-Asscher bevatten visie noch logica. Als je wilt bezuinigen op dure zorg, moet je investeren in preventieve zorg, maar dit kabinet doet precies het omgekeerde. En de gemeentes mogen het oplossen.
Amsterdam probeert zo goed en zo kwaad als het gaat te bouwen aan een nieuw zorgstelsel, daar waar het Rijk afbreekt. Maar het ontbreekt ons aan materiaal om een stevig stelsel neer te zetten. Mantelzorgers, familieleden en vrijwilligers worden met de neoliberale moraal van eigen verantwoordelijkheid en wederkerigheid gedwongen om voor dragende muur te spelen. Maar hoe lang houden zij dat vol?
Gister presenteerde wethouder Eric van der Burg zijn lang verwachte visie op het nieuwe zorgstelsel in Amsterdam "Amsterdamse Zorg: Noodzaak Voorop". Het schetst de contouren van een nieuw zorgstelsel na de decentralisaties uit de AWBZ en de bijbehorende giga-bezuinigingen door het kabinet Rutte-Asscher. De brief van van der Burg laat een duidelijke worsteling zien. Aan de ene kant toont het een ideaal zorgstelsel met preventieve zorg op maat, in de wijk, zonder bureaucratie, gericht op participatie en zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen; kostenbesparende maar vooral menselijke zorg. Aan de andere kant maakt het Rijk het onmogelijk om dit ideale stelsel goed op te bouwen door belachelijk grote bezuinigingen van 25 tot 40% op te leggen; mantelzorgers, vrijwilligers en ‘eigen verantwoordelijkheid’ moeten het maar opvangen.
De Amsterdamse Zorgvisie stelt dat “noodzaak voorop” moet staan in de zorg. Maar dat is een door bezuinigingen gedwongen noodzaak. Want juist in de laagdrempelige zorg moet noodzaak níet voorop staan. Wanneer het gaat om ondersteuning, verzorging en dagbesteding is het soms lastig om de échte noodzakelijkheid van deze zorg vast te stellen, terwijl we weten dat deze zorg uiteindelijk wél enorm preventief werkt. Het zorgt dat mensen thuis kunnen blijven wonen, mee kunnen blijven doen en niet afglijden naar afhankelijkheid. De zorg die niet “noodzakelijk” is voorkomt juist dat mensen van dure, wel noodzakelijke zorg gebruik moeten maken.
Amsterdam probeert te bouwen aan deze preventieve zorg in de wijk door wijkgericht te gaan werken. Er komen 22 wijken waarin welzijn, ondersteuning en verzorging georganiseerd worden door wijkteams met een eigen wijkbudget, waarin wijkverpleegkundigen, huisartsen en maatschappelijk werkers de kern vormen. Er is straks geen bureaucratische indicatiestelling meer voor lichte zorg, geen dure verantwoordingssystematiek. Professionals bepalen hoe zij zorg en ondersteuning inzetten. Zorg die uitgaat van participatie en menselijk contact, niet van systemen en formulieren.
Maar noodgedwongen moet dit systeem zwaar leunen op (nu al overbelaste) mantelzorgers en vrijwilligers. Begrippen als ‘eigen verantwoordelijkheid’ en ‘wederkerigheid’ vullen op papier de gaten, maar in de werkelijkheid worden kwetsbare burgers keihard de dupe van dit kabinetsbeleid. Door de grote bezuinigingen verdwijnt de hulp bij het huishouden in zijn huidige vorm en blijft deze alleen bestaan voor zeer kwetsbare groepen. Mensen met complexe zorgvragen raken vaak hun individuele begeleiding kwijt. En voor minder dan 10 uur zorg per week is er geen pgb meer.
Deze bezuinigingen van Rutte-Asscher bevatten visie noch logica. Als je wilt bezuinigen op dure zorg, moet je investeren in preventieve zorg, maar dit kabinet doet precies het omgekeerde. En de gemeentes mogen het oplossen.
Amsterdam probeert zo goed en zo kwaad als het gaat te bouwen aan een nieuw zorgstelsel, daar waar het Rijk afbreekt. Maar het ontbreekt ons aan materiaal om een stevig stelsel neer te zetten. Mantelzorgers, familieleden en vrijwilligers worden met de neoliberale moraal van eigen verantwoordelijkheid en wederkerigheid gedwongen om voor dragende muur te spelen. Maar hoe lang houden zij dat vol?