Het college van burgemeester en wethouders heeft haar begroting gepresenteerd en komt met grote plannen. We stemmen met veel liefde voor. Maar we hebben ook nog wat eigen accenten. Want er is veel te doen om de stad socialer en groener te maken. Deze tekst sprak ik vandaag uit in de gemeenteraad, tijdens de tweede termijn van de begrotingsbehandeling.
Voorzitter,
Elke begrotingsbehandeling heeft een thema. Vier jaar geleden, bij de behandeling van de eerste begroting van het vorig college, ging het met name over de vorm van de begroting. Over de vraag of de begroting niet te veel een “glossy” was geworden, of de begroting wel of niet glashelder was. En het ging eindeloos veel over indicatoren, doelen en activiteiten. De oppositie diende 83 voorstellen in voor nieuwe indicatoren.
Deze begrotingsbehandeling is het met name gegaan, althans in de media, over een onderwerp wat duidelijk veel meer leidt tot maatschappelijk debat: letters.
En daar is zoveel over gezegd, dat je je af zou moeten vragen of je er nog wel wat aan wilt toevoegen. Elke opmerking kan tot een nieuw mediastormpje leiden.
Maar aangezien de VVD toch voornemens is om dit tot het speerpunt van hun oppositiepolitiek te maken (glad to be of service) en mij er over het vuur aan de schenen wil leggen in dit debat, kan ik er net zo goed zelf over beginnen, met wat reflecties. Reflecties zijn altijd goed.
Wat heeft het ons opgeleverd, dit debat? Ging het wel ergens over, of was het enkel symboolpolitiek?
In de eerste plaats heeft het een discussie opgeleverd over het massatoerisme en de grenzen daarvan. Die discussie is natuurlijk niet nieuw. Maar we staan steeds meer stil bij de vraag wat die stroom van toeristische bezoekers betekent voor verschillende groepen mensen in de stad. Voor sommigen is het een grote bron van overlast, voor anderen is het een grote bron van inkomsten, sommigen willen wel de lusten maar niet de lasten, en weer anderen staan er niet bij stil omdat ze niet in Amsterdam Centrum komen. Zij merken wel de indirecte effecten van de prijsopdrijving in de stad maar linken dat niet altijd aan toerisme.
Alleen iedereen snapt, dat als er twee keer zoveel toeristen komen en we gaan op dezelfde voet door met onze marketing, er dan iets grondig mis gaat.
Het is niet voor niks dat we in onze gewijzigde motie de bestuurscommissies vragen om mee te praten over de vraag of zij de letters in hun stadsdeel of buurt willen.
Dat gaat in de eerste plaats over de vraag of ze de letters in de openbare ruimte willen. Want die openbare ruimte is van ons allemaal. Sommigen zien de letters als een reclameslogan die de openbare ruimte innemen en ontsieren en vinden ze ‘spuuglelijk’. Anderen vinden ze wel grappig en sommigen vinden ze zelfs prachtig.
Maar ik hoop dat die discussies verder gaat dan de vraag of men de letters leuk, of mooi vindt of niet. Ik hoop dat het een bredere discussie in gang kan zetten, over hoe de bewoners buiten het centrum de komst van toeristen naar de stadsdelen zien. Wat nou als al die toeristen die nu nog de letters op het Museumplein beklimmen naar Nieuw-West of Zuidoost komen? Hoe wil het stadsdeel met toerisme omgaan? Wat wel en wat niet? Hetzelfde geldt voor een verbod op Airbnb. De stadsdelen buiten het centrum staan voor een groot deel nog aan het begin van de discussie, zij kunnen nu hun visie vormen.
Wat deze discussie ook heeft opgeleverd is een discussie over de betekenis van de slogan. Wat wil de stad zijn? Welk imago willen we hebben ('de stad waar alles kan', en wat betekent dat dan?); hoe willen we samen leven? Staan de letters voor de dikke ik? Ik ben Amsterdammer, en ik bepaal zelf waar die gemeenschap voor staat. Ik bepaal waar de grenzen van mijn vrijheid liggen, ongeacht die van een ander. Of is het juist inclusief? (Ik ben Amsterdammer, iedereen kan Amsterdammer worden.) Dat is een kwestie van vrije interpretatie.
De betekenis is ook in de loop der jaren veranderd. 'Iedereen kan Amsterdammer worden,' dat kan al lang niet meer. Wie kan het nog betalen om Amsterdammer te worden? Daarmee wordt het ook steeds meer een gebroken belofte. Het is niet voor niks dat Frits Huffnagel en Carolien Gehrels – de geestelijk vader en moeder van I amsterdam – afgelopen weekend beiden in Het Parool zeiden dat dat “De campagne I amsterdam bijna vijftien jaar oud is” en “het moment is aangebroken om die campagne een nieuwe lading te geven” omdat “de problemen in de stad zijn veranderd". (Overigens zei Frits zelfs: die letters kunnen best van het Museumplein.)
De letters zijn een symbool, een metafoor. Maar dit is geen symboolpolitiek. Het gaat over een wezenlijke discussie over de toekomst van de stad. En ja, we nemen nog veel meer maatregelen om om te gaan met massatoerisme en drukte in de stad: via handhaving, hogere belastingen en het verbieden van pretvervoer. En via het terugdringen van Airbnb, touringcars en cruiseschepen.
Tenslotte denk ik dat er ook een relativering past. Het zijn tenslotte maar letters. Grote stalen letters.
Het toont ook aan hoe sterk de kracht van een reclameslogan kan zijn. Mensen zijn zich gaan identificeren met de slogan die bedoeld is de stad als product te verkopen. ‘Omdat ik het waard ben,’ ‘Ik ben toch niet gek,’ ‘Ik ben Ben’. Ik ben mijn shampoo, mijn televisie of mijn telefoonabonnement. Dat zijn we natuurlijk niet. Wij zijn veel meer en Amsterdam is veel meer.
Het is natuurlijk ook opmerkelijk dat hier zoveel discussie over is. Want er zijn sinds de behandeling van de begroting om ons heen grote dingen gebeurd. Het was afgelopen week de warmste 6 november ooit gemeten. Er was een afschuwelijke antisemitische aanslag in Pittsburgh, gevolgd door victim-blaming door de president van de Verenigde Staten. Er is een ziekenhuis failliet gegaan…
Er gebeuren grote dingen in de wereld en in stad. Dingen waar we niet voor mogen wegkijken.
Het college komt met grote plannen. En de begroting is prachtig, de financiën rock solid, en we stemmen met veel liefde voor. Maar daarom hebben we ook nog wat eigen accenten. Want er is te veel te doen, we moeten overal tegelijk beginnen.
Schulden
Zo zijn er 38.000 huishoudens in onze stad met problematische schulden. 38.000. We hebben meer en onconventionele manieren nodig om schulden op te lossen en te voorkomen dat schulden groter worden. We moeten voorkomen dat mensen dieper in de problemen raken, en we willen dat mensen met schulden de tijd krijgen om weer grip te krijgen op hun leven en financiën. Daarom hebben we een motie ingediend voor een pilot met het overnemen van schulden.
Wonen
Onder invloed van mensen die enkel willen verdienen aan onze stad, stijgen de huur- en huizenprijzen en verdwijnen de sociale huurwoningen. We kijken dan ook uit naar alle plannen die op stapel staan: de uitwerking van de woonplicht, van de verhuurvergunning, de handhaving van regels rond Airbnb. En het verbod op vakantieverhuur in bepaalde wijken.
En naast samenwerkingsafspraken met de corporaties en huurders, kunnen de marktpartijen zich niet langer onttrekken aan hun verantwoordelijkheid om de stad betaalbaar te houden. Wij hebben een motie ingediend om aan deze marktpartijen te vragen hoe zij kunnen bijdragen.
VergroeningDaarnaast dienden we veel moties in op het gebied van klimaat en het vergroenen van de stad. We hebben een motie ingediend over datacenters. Die moeten op duurzame energie overstappen en kunnen de restwarmte gebruiken om de stad te verwarmen, zodat we makkelijker van het aardgas af kunnen. De bedrijfsvoering van de gemeente zelf kan en moet duurzamer. We doen een voorstel om meer refurbished ICT te gebruiken. Binnentuinen en de openbare ruimte in ontwikkelbuurten moet groener worden zodat we de effecten van klimaatveranderingen in de stad beter kunnen opvangen. En het autoluw maken van stad biedt ons kansen om die vrijgekomen ruimte met bewoners te vergroenen.
LHBTIQ+Voor LHBTIQ+’ers hebben we een motie die beoogt om de psychosociale zorg en opvang – veilige havens – van biculturele jongeren en vluchtelingen te verbeteren en eventueel uit te breiden. We hebben ook een motie die zich richt op gemeenschapsopbouw van de LHBTIQ+-groepen in onze stad, met specifieke aandacht voor transgenders, lesbische vrouwen en biculturele LHBTIQ+’ers en vluchtelingen. We willen deze zachte stemmen luider laten klinken en meer ruimte voor hen scheppen.
Voorzitter, wij zijn nog niet klaar met het socialer en groener maken van de stad. De uitdagingen zijn groot, evenals onze idealen. Wij werken er stap voor stap aan. Motie voor motie.
Dankuwel.
Voorzitter,
Elke begrotingsbehandeling heeft een thema. Vier jaar geleden, bij de behandeling van de eerste begroting van het vorig college, ging het met name over de vorm van de begroting. Over de vraag of de begroting niet te veel een “glossy” was geworden, of de begroting wel of niet glashelder was. En het ging eindeloos veel over indicatoren, doelen en activiteiten. De oppositie diende 83 voorstellen in voor nieuwe indicatoren.
Deze begrotingsbehandeling is het met name gegaan, althans in de media, over een onderwerp wat duidelijk veel meer leidt tot maatschappelijk debat: letters.
En daar is zoveel over gezegd, dat je je af zou moeten vragen of je er nog wel wat aan wilt toevoegen. Elke opmerking kan tot een nieuw mediastormpje leiden.
Maar aangezien de VVD toch voornemens is om dit tot het speerpunt van hun oppositiepolitiek te maken (glad to be of service) en mij er over het vuur aan de schenen wil leggen in dit debat, kan ik er net zo goed zelf over beginnen, met wat reflecties. Reflecties zijn altijd goed.
Wat heeft het ons opgeleverd, dit debat? Ging het wel ergens over, of was het enkel symboolpolitiek?
In de eerste plaats heeft het een discussie opgeleverd over het massatoerisme en de grenzen daarvan. Die discussie is natuurlijk niet nieuw. Maar we staan steeds meer stil bij de vraag wat die stroom van toeristische bezoekers betekent voor verschillende groepen mensen in de stad. Voor sommigen is het een grote bron van overlast, voor anderen is het een grote bron van inkomsten, sommigen willen wel de lusten maar niet de lasten, en weer anderen staan er niet bij stil omdat ze niet in Amsterdam Centrum komen. Zij merken wel de indirecte effecten van de prijsopdrijving in de stad maar linken dat niet altijd aan toerisme.
Alleen iedereen snapt, dat als er twee keer zoveel toeristen komen en we gaan op dezelfde voet door met onze marketing, er dan iets grondig mis gaat.
Het is niet voor niks dat we in onze gewijzigde motie de bestuurscommissies vragen om mee te praten over de vraag of zij de letters in hun stadsdeel of buurt willen.
Dat gaat in de eerste plaats over de vraag of ze de letters in de openbare ruimte willen. Want die openbare ruimte is van ons allemaal. Sommigen zien de letters als een reclameslogan die de openbare ruimte innemen en ontsieren en vinden ze ‘spuuglelijk’. Anderen vinden ze wel grappig en sommigen vinden ze zelfs prachtig.
Maar ik hoop dat die discussies verder gaat dan de vraag of men de letters leuk, of mooi vindt of niet. Ik hoop dat het een bredere discussie in gang kan zetten, over hoe de bewoners buiten het centrum de komst van toeristen naar de stadsdelen zien. Wat nou als al die toeristen die nu nog de letters op het Museumplein beklimmen naar Nieuw-West of Zuidoost komen? Hoe wil het stadsdeel met toerisme omgaan? Wat wel en wat niet? Hetzelfde geldt voor een verbod op Airbnb. De stadsdelen buiten het centrum staan voor een groot deel nog aan het begin van de discussie, zij kunnen nu hun visie vormen.
Wat deze discussie ook heeft opgeleverd is een discussie over de betekenis van de slogan. Wat wil de stad zijn? Welk imago willen we hebben ('de stad waar alles kan', en wat betekent dat dan?); hoe willen we samen leven? Staan de letters voor de dikke ik? Ik ben Amsterdammer, en ik bepaal zelf waar die gemeenschap voor staat. Ik bepaal waar de grenzen van mijn vrijheid liggen, ongeacht die van een ander. Of is het juist inclusief? (Ik ben Amsterdammer, iedereen kan Amsterdammer worden.) Dat is een kwestie van vrije interpretatie.
De betekenis is ook in de loop der jaren veranderd. 'Iedereen kan Amsterdammer worden,' dat kan al lang niet meer. Wie kan het nog betalen om Amsterdammer te worden? Daarmee wordt het ook steeds meer een gebroken belofte. Het is niet voor niks dat Frits Huffnagel en Carolien Gehrels – de geestelijk vader en moeder van I amsterdam – afgelopen weekend beiden in Het Parool zeiden dat dat “De campagne I amsterdam bijna vijftien jaar oud is” en “het moment is aangebroken om die campagne een nieuwe lading te geven” omdat “de problemen in de stad zijn veranderd". (Overigens zei Frits zelfs: die letters kunnen best van het Museumplein.)
De letters zijn een symbool, een metafoor. Maar dit is geen symboolpolitiek. Het gaat over een wezenlijke discussie over de toekomst van de stad. En ja, we nemen nog veel meer maatregelen om om te gaan met massatoerisme en drukte in de stad: via handhaving, hogere belastingen en het verbieden van pretvervoer. En via het terugdringen van Airbnb, touringcars en cruiseschepen.
Tenslotte denk ik dat er ook een relativering past. Het zijn tenslotte maar letters. Grote stalen letters.
Het toont ook aan hoe sterk de kracht van een reclameslogan kan zijn. Mensen zijn zich gaan identificeren met de slogan die bedoeld is de stad als product te verkopen. ‘Omdat ik het waard ben,’ ‘Ik ben toch niet gek,’ ‘Ik ben Ben’. Ik ben mijn shampoo, mijn televisie of mijn telefoonabonnement. Dat zijn we natuurlijk niet. Wij zijn veel meer en Amsterdam is veel meer.
Het is natuurlijk ook opmerkelijk dat hier zoveel discussie over is. Want er zijn sinds de behandeling van de begroting om ons heen grote dingen gebeurd. Het was afgelopen week de warmste 6 november ooit gemeten. Er was een afschuwelijke antisemitische aanslag in Pittsburgh, gevolgd door victim-blaming door de president van de Verenigde Staten. Er is een ziekenhuis failliet gegaan…
Er gebeuren grote dingen in de wereld en in stad. Dingen waar we niet voor mogen wegkijken.
Het college komt met grote plannen. En de begroting is prachtig, de financiën rock solid, en we stemmen met veel liefde voor. Maar daarom hebben we ook nog wat eigen accenten. Want er is te veel te doen, we moeten overal tegelijk beginnen.
Schulden
Zo zijn er 38.000 huishoudens in onze stad met problematische schulden. 38.000. We hebben meer en onconventionele manieren nodig om schulden op te lossen en te voorkomen dat schulden groter worden. We moeten voorkomen dat mensen dieper in de problemen raken, en we willen dat mensen met schulden de tijd krijgen om weer grip te krijgen op hun leven en financiën. Daarom hebben we een motie ingediend voor een pilot met het overnemen van schulden.
Wonen
Onder invloed van mensen die enkel willen verdienen aan onze stad, stijgen de huur- en huizenprijzen en verdwijnen de sociale huurwoningen. We kijken dan ook uit naar alle plannen die op stapel staan: de uitwerking van de woonplicht, van de verhuurvergunning, de handhaving van regels rond Airbnb. En het verbod op vakantieverhuur in bepaalde wijken.
En naast samenwerkingsafspraken met de corporaties en huurders, kunnen de marktpartijen zich niet langer onttrekken aan hun verantwoordelijkheid om de stad betaalbaar te houden. Wij hebben een motie ingediend om aan deze marktpartijen te vragen hoe zij kunnen bijdragen.
VergroeningDaarnaast dienden we veel moties in op het gebied van klimaat en het vergroenen van de stad. We hebben een motie ingediend over datacenters. Die moeten op duurzame energie overstappen en kunnen de restwarmte gebruiken om de stad te verwarmen, zodat we makkelijker van het aardgas af kunnen. De bedrijfsvoering van de gemeente zelf kan en moet duurzamer. We doen een voorstel om meer refurbished ICT te gebruiken. Binnentuinen en de openbare ruimte in ontwikkelbuurten moet groener worden zodat we de effecten van klimaatveranderingen in de stad beter kunnen opvangen. En het autoluw maken van stad biedt ons kansen om die vrijgekomen ruimte met bewoners te vergroenen.
LHBTIQ+Voor LHBTIQ+’ers hebben we een motie die beoogt om de psychosociale zorg en opvang – veilige havens – van biculturele jongeren en vluchtelingen te verbeteren en eventueel uit te breiden. We hebben ook een motie die zich richt op gemeenschapsopbouw van de LHBTIQ+-groepen in onze stad, met specifieke aandacht voor transgenders, lesbische vrouwen en biculturele LHBTIQ+’ers en vluchtelingen. We willen deze zachte stemmen luider laten klinken en meer ruimte voor hen scheppen.
Voorzitter, wij zijn nog niet klaar met het socialer en groener maken van de stad. De uitdagingen zijn groot, evenals onze idealen. Wij werken er stap voor stap aan. Motie voor motie.
Dankuwel.