27 april 2012
Werk niet altijd medicijn tegen armoede
Amsterdam telt 26.000 werkende minima. Mensen die vaak full-time werken, maar niet genoeg verdienen om rond te komen. Met name alleenstaande moeders, zelfstandigen en flexwerkers zijn oververtegenwoordigd. Op 1 mei, Dag van de Arbeid, presenteert GroenLinks Amsterdam daarom een zevental praktische maatregelen die de inkomenspositie van werkende minima verbeteren.
GroenLinkswoordvoerder Femke Roosma: “Voor werkende minima is gaan werken, of méér gaan werken, geen oplossing om uit de armoede te komen. Daarom zijn andere, creatieve oplossingen nodig om te zorgen dat zij hun inkomen kunnen verhogen.”
Mensen met flexcontracten weten vaak niet wat ze volgende maand gaan verdienen. Daarom stelt GroenLinks voor om voortaan bij de eerste uitkeringsaanvraag een inschatting te maken van het gemiddelde inkomen dat de flexwerker per maand zal gaan verdienen, op basis daarvan wordt iedere maand de noodzakelijke aanvullende uitkering op de rekening gestort. Aan het eind van het jaar vindt dan de verrekening plaats.
Ook kleine ondernemers zijn oververtegenwoordigd in de groep werkende minima. GroenLinks wil daarom ondernemers ondersteunen in het oprichten van coöperaties. Roosma: “In een coöperatie kunnen kleine ondernemers zelfstandig werken, maar toch hun economische en sociale positie versterken. Het biedt ook mogelijkheden voor het gezamenlijk afsluiten van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen.”
De notitie "Werkende Minima Verdienen Meer" is gemaakt door de Denktank Werkende Armen bestaande uit Josje Damsma, Ben Eggink, Arnold de Groot, Annemarie van Helvoort, David Sluiman, Sara Wessemius en Isabelle van Woerkom. De notitie wordt tijdens de 1 meiviering van GroenLinks Amsterdam overhandigd aan Femke Roosma.
Werk niet altijd medicijn tegen armoede
Amsterdam telt 26.000 werkende minima. Mensen die vaak full-time werken, maar niet genoeg verdienen om rond te komen. Met name alleenstaande moeders, zelfstandigen en flexwerkers zijn oververtegenwoordigd. Op 1 mei, Dag van de Arbeid, presenteert GroenLinks Amsterdam daarom een zevental praktische maatregelen die de inkomenspositie van werkende minima verbeteren.
GroenLinkswoordvoerder Femke Roosma: “Voor werkende minima is gaan werken, of méér gaan werken, geen oplossing om uit de armoede te komen. Daarom zijn andere, creatieve oplossingen nodig om te zorgen dat zij hun inkomen kunnen verhogen.”
Mensen met flexcontracten weten vaak niet wat ze volgende maand gaan verdienen. Daarom stelt GroenLinks voor om voortaan bij de eerste uitkeringsaanvraag een inschatting te maken van het gemiddelde inkomen dat de flexwerker per maand zal gaan verdienen, op basis daarvan wordt iedere maand de noodzakelijke aanvullende uitkering op de rekening gestort. Aan het eind van het jaar vindt dan de verrekening plaats.
Ook kleine ondernemers zijn oververtegenwoordigd in de groep werkende minima. GroenLinks wil daarom ondernemers ondersteunen in het oprichten van coöperaties. Roosma: “In een coöperatie kunnen kleine ondernemers zelfstandig werken, maar toch hun economische en sociale positie versterken. Het biedt ook mogelijkheden voor het gezamenlijk afsluiten van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen.”
De notitie "Werkende Minima Verdienen Meer" is gemaakt door de Denktank Werkende Armen bestaande uit Josje Damsma, Ben Eggink, Arnold de Groot, Annemarie van Helvoort, David Sluiman, Sara Wessemius en Isabelle van Woerkom. De notitie wordt tijdens de 1 meiviering van GroenLinks Amsterdam overhandigd aan Femke Roosma.