7 Uitgangspunten voor de nieuwe WMO
GroenLinks Amsterdam
Oktober 2013
Het kabinet Rutte-Asscher heeft besloten tot een grote overheveling van de begeleiding, dagbesteding, en kortdurend verblijf van de AWBZ naar de WMO per 1 januari 2015. Deze enorme transitie gaat gepaard met grote bezuinigen van 25% op de dagbesteding tot 40% op de hulp bij het huishouden. GroenLinks vindt deze bezuiniging op de zorg aan huis veel te groot en bovenal niet passend bij het idee dat meer mensen langer thuis moeten blijven wonen. Deze bezuiniging zal daardoor juist leiden tot meer tehuisopnames in plaats van minder. Daarnaast wordt deze bezuiniging veel te snel doorgevoerd, waardoor gemeentes geen tijd krijgen om zich voor te bereiden op de grootste transitie van de afgelopen decennia. Zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer hebben nog niet met deze plannen ingestemd. Daarom blijft veel onduidelijk en onzeker. In deze situatie moeten we ons niet te min voorbereiden op de nieuwe WMO.
GroenLinks Amsterdam heeft daarom een zevental uitgangspunten geformuleerd om de decentralisatie en de nieuwe WMO aan te toetsen. Naast deze zeven uitgangspunten doet GroenLinks ook een aantal voorstellen om de huidige plannen van zorgwethouder Eric van der Burg aan te passen.
7 UITGANGSPUNTEN
1. Niet eigen verantwoordelijkheid, maar eigen regie centraal
Eigen verantwoordelijkheid lijkt het toverwoord van veel liberale en sociaaldemocratische politici om de bezuinigingen op de zorg door te voeren. De overheid die zich terug trekt en burgers die het zelf maar op moeten lossen. Volgens GroenLinks is dat helemaal de verkeerde weg. GroenLinks vindt dat bij vormgeven van de plannen voor de nieuwe WMO niet eigen verantwoordelijkheid, maar eigen regie hét uitgangspunt moet zijn. Mensen moeten de regie over hun leven behouden. Het zijn niet de beleidsmakers en professionals die van bovenaf bepalen wat goed voor iemand is, maar mensen geven zelf aan, aan welke zorg en ondersteuning zij behoefte hebben. Eigenaarschap en zelf de regie voeren bepalen voor belangrijk deel de ervaren kwaliteit van de zorg. Daarnaast bestrijdt eigen regie bureaucratie en overhead. Het persoonsgebonden budget is voor GroenLinks hierin een belangrijk instrument. Amsterdam moet daarom het PGB behouden voor alle individuele zorg die straks in Amsterdam geboden wordt.
Eigen regie geldt voor individuele zorgvragen, maar ook voor het organiseren van collectieve zorg, zoals welzijn en dagbesteding. De vraag van mensen, bewoners in de wijk moet het uitgangspunt zijn. GroenLinks is er dan ook voorstander van dat de zorg zo dicht mogelijk bij mensen - aan huis, in de buurten en wijken - georganiseerd wordt. Burgerinitiatieven worden gevraagd zelf de regie te nemen om de zorg in de buurt vorm te geven.
Mensen die niet in staat zijn eigen regie over hun leven te voeren verdienen de beste zorg en ondersteuning. Hun positie moet versterkt worden door hun familie of mantelzorgers een sterkere positie en meer inspraak te geven.
2. Netwerkzorg: optimale samenwerking tussen informele en formele zorg
Ook nu al is de informele zorg een belangrijke pijler van de WMO, maar die zal straks alleen nog maar in belang toenemen. Het kabinet stelt dat professionele zorg te duur is en dat we dáárom meer moeten vragen van mantelzorgers en informele zorgverleners. GroenLinks bekijkt de inzet van mantelzorgers en informele zorgverleners juist vanuit het perspectief van eigen regie en ziet het op die manier als mogelijkheid om kwaliteit van de zorg te vergroten. Dat is voor ons het uitgangspunt! Informele zorg is belangrijk, vooral ook vanwege het belang dat cliënten hechten aan de zorg en de nabijheid van familie, vrienden en buren of simpelweg vanwege het feit dat het soms fijner is hulp of zorg te krijgen buiten de professionele kaders en regels. Informele zorg kan solidariteit en betrokkenheid tussen mensen versterken. Maar dan moeten informele zorggevers wel ten alle tijde een beroep kunnen doen op professionals. Dat stelt ze in staat die informele zorg en mantelzorg ook daadwerkelijk te kunnen bieden. Het gaat daarbij om scholing en training door professionals, mantelzorgondersteuning en respijtzorg, het organiseren van dagbesteding voor kwetsbare groepen of buddy zorg voor GGZ cliënten. Maar professionele zorg kan ook niet zonder informele zorg. Professionele zorg heeft veel baat bij de informele zorg die niet alleen werk uit handen neemt, maar ook met een andere aanpak resultaten bereikt die professionals nooit kunnen bereiken. GroenLinks noemt dit netwerkzorg: we organiseren de zorg om de zorgvraag van de Amsterdammer en daarin werken informele en professionele zorgverleners optimaal samen.
3. Preventie boven noodzaak
“Noodzaak voorop”: onder die vlag voert Amsterdam de nieuwe WMO in. Gezien vanuit de enorme bezuinigingsopgave die het Rijk de gemeentes heeft opgelegd, is dat een te begrijpen uitgangspunt. Maar wat GroenLinks betreft een uitgangspunt dat “penny wise, pound foolish” is. Laagdrempelige zorg en ondersteuning – waarvan de noodzaak vaak lastig aan te tonen is – is veel goedkoper dan specialistische noodzakelijke zorg. Door te investeren in preventieve laagdrempelige zorg en ondersteuning van informele zorgverleners voorkomen we duurdere noodzakelijke uitgaven. Nog belangrijker dan de kosten is het welzijn van Amsterdammers: preventieve zorg voorkomt ernstigere klachten. Dus of het nou gaat om lichte vormen van individuele begeleiding, of mantelzorg ondersteuning: stel preventie voorop, in plaats van noodzakelijkheid
4. Participatie, het beste medicijn
Geen mens kan zonder zinvolle dagbesteding. Participatie en zingeving staan aan de basis van zowel psychische als ook fysieke gezondheid. Of het nou arbeidsmatige of niet-arbeidsmatige participatie is, contact met anderen en iets ‘doen’, is voor ieder mens van belang en zeker voor mensen met een zorgvraag. Daarom is dagbesteding (arbeidsmatige en niet-arbeidsmatige) een cruciale voorziening in de nieuwe WMO. Ook biedt het voor mantelzorgers vaak een belangrijke vorm van respijtzorg. De korting van 25% op dagbesteding is dan ook één van de grootste risico’s van deze bezuinigingsoperatie: eenzaamheid, isolatie, overbelaste mantelzorgers, psychische en fysieke achteruitgang en uiteindelijk tehuisopname liggen op de loer. Voor GroenLinks is het behouden van dagbesteding voor elke Amsterdammer die dat nodig heeft dan ook een belangrijk uitgangspunt.
5. Gelijke toegang tot goede zorg
GroenLinks verzet zich tegen tweedeling in de zorg. Solidariteit tussen ‘ziek en gezond’ mag niet afhankelijk zijn van inkomenspositie. Welzijn en zorg zijn toegankelijk voor alle Amsterdammers. GroenLinks vindt het daarom van groot belang dat mensen gelijke toegang hebben tot goede zorg. Het aantal en de hoogte van eigen bijdrages neemt de afgelopen jaren toe. GroenLinks is voorstander van één eigen bijdrage voor WMO met een maximale hoogte. Mensen met hoge zorgkosten moeten door de gemeente gecompenseerd worden via inkomensondersteuning. Daarin zijn we ruimhartig.
Naast financiële toegankelijkheid wijst GroenLinks op het belang van fysieke toegankelijkheid van voorzieningen en gebouwen voor mensen met een beperking en administratieve toegankelijkheid voor alle Amsterdammers. Het aanvragen van voorzieningen is vaak ontzetten ingewikkeld en enorm bureaucratisch. Dat maakt het voor veel mensen ingewikkeld om zorg en inkomensondersteuning aan te vragen en eigen regie te voeren. Eigen regie vergt ook dat mensen toegankelijke, gelijkwaardige en heldere informatie hebben.
Tenslotte wil GroenLinks aandacht voor (culturele én sociaaleconomische) diversiteit onder Amsterdammers. Diversiteit vraagt soms om een andere aanpak en andere voorzieningen wanneer het gaat om zorg en begeleiding. Diverse groepen Amsterdammers moeten diverse keuzes kunnen maken.
6. Gelijke verdeling van zorgtaken
GroenLinks maakt zich zorgen over de ongelijke verdeling van zorgtaken tussen mannen en vrouwen. Nu blijkt al dat mantelzorgers en informele zorgverleners veel vaker vrouw zijn en de verwachting is dat een groot deel van de extra taken voor mantelzorgers en vrijwilligers straks op de schouders van vrouwen komen te liggen. Vooral bij families met lagere inkomens kiest de vrouw er vaak voor om te stoppen met werken om te zorgen voor familieleden. De ontslagen die nu vallen bij de laagbetaalde banen in de zorg (hulp bij huishouden) zullen er ook toe leiden dat veel van deze vrouwen straks hetzelfde werk doen, maar dan voor een uitkering of helemaal geen inkomen. Dit is onrechtvaardig en schaadt de economische zelfstandigheid van vrouwen en is dus slecht voor hun emancipatie. De bezuinigingen mogen absoluut niet leiden tot een situatie waarin mensen met hoge inkomens zich wenden tot private initiatieven terwijl de basiszorg verschraalt en laag opgeleide vrouwen hun baan moeten opzeggen om voor hun familie te zorgen.
7. Continuïteit is kwaliteit
Het is niet altijd mogelijk natuurlijk, om continuïteit van zorg te garanderen, een zorgverlener kan ziek worden of van baan wisselen. Maar tegelijkertijd staan we te weinig stil bij het belang van continuïteit in de zorg. Soms wordt bij aanbestedingen de boel helemaal op zijn kop gezet voor een kleine besparing, terwijl cliënten veel last hebben van de onzekerheid en het moeten wennen aan nieuwe zorgverleners wat vaak hun welzijn weinig ten goede komt. Met de decentralisatie uit de AWBZ en de bijkomende bezuiniging gaat er opnieuw veel veranderen, waarbij sommigen hun zorg zullen verliezen. GroenLinks wil daarbij meer aandacht voor het belang van continuïteit van zorg. Zorg dat cliënten zoveel mogelijk hun eigen zorgverlener kunnen houden en niet hoeven te veranderen van aanbieder of zorgverlener als dat niet echt nodig is. Continuering van het PGB is daarbij ook een belangrijk aandachtspunt.
Femke Roosma
Duo-raadslid GroenLinks Amsterdam
Met dank aan: Jette Bolle, Kas Burger, Astrid Kuiper, Wanda Pelt, Jenneke van Pijpen, Marja Stahli en Hetty Welschen
GroenLinks Amsterdam
Oktober 2013
Het kabinet Rutte-Asscher heeft besloten tot een grote overheveling van de begeleiding, dagbesteding, en kortdurend verblijf van de AWBZ naar de WMO per 1 januari 2015. Deze enorme transitie gaat gepaard met grote bezuinigen van 25% op de dagbesteding tot 40% op de hulp bij het huishouden. GroenLinks vindt deze bezuiniging op de zorg aan huis veel te groot en bovenal niet passend bij het idee dat meer mensen langer thuis moeten blijven wonen. Deze bezuiniging zal daardoor juist leiden tot meer tehuisopnames in plaats van minder. Daarnaast wordt deze bezuiniging veel te snel doorgevoerd, waardoor gemeentes geen tijd krijgen om zich voor te bereiden op de grootste transitie van de afgelopen decennia. Zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer hebben nog niet met deze plannen ingestemd. Daarom blijft veel onduidelijk en onzeker. In deze situatie moeten we ons niet te min voorbereiden op de nieuwe WMO.
GroenLinks Amsterdam heeft daarom een zevental uitgangspunten geformuleerd om de decentralisatie en de nieuwe WMO aan te toetsen. Naast deze zeven uitgangspunten doet GroenLinks ook een aantal voorstellen om de huidige plannen van zorgwethouder Eric van der Burg aan te passen.
7 UITGANGSPUNTEN
1. Niet eigen verantwoordelijkheid, maar eigen regie centraal
Eigen verantwoordelijkheid lijkt het toverwoord van veel liberale en sociaaldemocratische politici om de bezuinigingen op de zorg door te voeren. De overheid die zich terug trekt en burgers die het zelf maar op moeten lossen. Volgens GroenLinks is dat helemaal de verkeerde weg. GroenLinks vindt dat bij vormgeven van de plannen voor de nieuwe WMO niet eigen verantwoordelijkheid, maar eigen regie hét uitgangspunt moet zijn. Mensen moeten de regie over hun leven behouden. Het zijn niet de beleidsmakers en professionals die van bovenaf bepalen wat goed voor iemand is, maar mensen geven zelf aan, aan welke zorg en ondersteuning zij behoefte hebben. Eigenaarschap en zelf de regie voeren bepalen voor belangrijk deel de ervaren kwaliteit van de zorg. Daarnaast bestrijdt eigen regie bureaucratie en overhead. Het persoonsgebonden budget is voor GroenLinks hierin een belangrijk instrument. Amsterdam moet daarom het PGB behouden voor alle individuele zorg die straks in Amsterdam geboden wordt.
Eigen regie geldt voor individuele zorgvragen, maar ook voor het organiseren van collectieve zorg, zoals welzijn en dagbesteding. De vraag van mensen, bewoners in de wijk moet het uitgangspunt zijn. GroenLinks is er dan ook voorstander van dat de zorg zo dicht mogelijk bij mensen - aan huis, in de buurten en wijken - georganiseerd wordt. Burgerinitiatieven worden gevraagd zelf de regie te nemen om de zorg in de buurt vorm te geven.
Mensen die niet in staat zijn eigen regie over hun leven te voeren verdienen de beste zorg en ondersteuning. Hun positie moet versterkt worden door hun familie of mantelzorgers een sterkere positie en meer inspraak te geven.
2. Netwerkzorg: optimale samenwerking tussen informele en formele zorg
Ook nu al is de informele zorg een belangrijke pijler van de WMO, maar die zal straks alleen nog maar in belang toenemen. Het kabinet stelt dat professionele zorg te duur is en dat we dáárom meer moeten vragen van mantelzorgers en informele zorgverleners. GroenLinks bekijkt de inzet van mantelzorgers en informele zorgverleners juist vanuit het perspectief van eigen regie en ziet het op die manier als mogelijkheid om kwaliteit van de zorg te vergroten. Dat is voor ons het uitgangspunt! Informele zorg is belangrijk, vooral ook vanwege het belang dat cliënten hechten aan de zorg en de nabijheid van familie, vrienden en buren of simpelweg vanwege het feit dat het soms fijner is hulp of zorg te krijgen buiten de professionele kaders en regels. Informele zorg kan solidariteit en betrokkenheid tussen mensen versterken. Maar dan moeten informele zorggevers wel ten alle tijde een beroep kunnen doen op professionals. Dat stelt ze in staat die informele zorg en mantelzorg ook daadwerkelijk te kunnen bieden. Het gaat daarbij om scholing en training door professionals, mantelzorgondersteuning en respijtzorg, het organiseren van dagbesteding voor kwetsbare groepen of buddy zorg voor GGZ cliënten. Maar professionele zorg kan ook niet zonder informele zorg. Professionele zorg heeft veel baat bij de informele zorg die niet alleen werk uit handen neemt, maar ook met een andere aanpak resultaten bereikt die professionals nooit kunnen bereiken. GroenLinks noemt dit netwerkzorg: we organiseren de zorg om de zorgvraag van de Amsterdammer en daarin werken informele en professionele zorgverleners optimaal samen.
3. Preventie boven noodzaak
“Noodzaak voorop”: onder die vlag voert Amsterdam de nieuwe WMO in. Gezien vanuit de enorme bezuinigingsopgave die het Rijk de gemeentes heeft opgelegd, is dat een te begrijpen uitgangspunt. Maar wat GroenLinks betreft een uitgangspunt dat “penny wise, pound foolish” is. Laagdrempelige zorg en ondersteuning – waarvan de noodzaak vaak lastig aan te tonen is – is veel goedkoper dan specialistische noodzakelijke zorg. Door te investeren in preventieve laagdrempelige zorg en ondersteuning van informele zorgverleners voorkomen we duurdere noodzakelijke uitgaven. Nog belangrijker dan de kosten is het welzijn van Amsterdammers: preventieve zorg voorkomt ernstigere klachten. Dus of het nou gaat om lichte vormen van individuele begeleiding, of mantelzorg ondersteuning: stel preventie voorop, in plaats van noodzakelijkheid
4. Participatie, het beste medicijn
Geen mens kan zonder zinvolle dagbesteding. Participatie en zingeving staan aan de basis van zowel psychische als ook fysieke gezondheid. Of het nou arbeidsmatige of niet-arbeidsmatige participatie is, contact met anderen en iets ‘doen’, is voor ieder mens van belang en zeker voor mensen met een zorgvraag. Daarom is dagbesteding (arbeidsmatige en niet-arbeidsmatige) een cruciale voorziening in de nieuwe WMO. Ook biedt het voor mantelzorgers vaak een belangrijke vorm van respijtzorg. De korting van 25% op dagbesteding is dan ook één van de grootste risico’s van deze bezuinigingsoperatie: eenzaamheid, isolatie, overbelaste mantelzorgers, psychische en fysieke achteruitgang en uiteindelijk tehuisopname liggen op de loer. Voor GroenLinks is het behouden van dagbesteding voor elke Amsterdammer die dat nodig heeft dan ook een belangrijk uitgangspunt.
5. Gelijke toegang tot goede zorg
GroenLinks verzet zich tegen tweedeling in de zorg. Solidariteit tussen ‘ziek en gezond’ mag niet afhankelijk zijn van inkomenspositie. Welzijn en zorg zijn toegankelijk voor alle Amsterdammers. GroenLinks vindt het daarom van groot belang dat mensen gelijke toegang hebben tot goede zorg. Het aantal en de hoogte van eigen bijdrages neemt de afgelopen jaren toe. GroenLinks is voorstander van één eigen bijdrage voor WMO met een maximale hoogte. Mensen met hoge zorgkosten moeten door de gemeente gecompenseerd worden via inkomensondersteuning. Daarin zijn we ruimhartig.
Naast financiële toegankelijkheid wijst GroenLinks op het belang van fysieke toegankelijkheid van voorzieningen en gebouwen voor mensen met een beperking en administratieve toegankelijkheid voor alle Amsterdammers. Het aanvragen van voorzieningen is vaak ontzetten ingewikkeld en enorm bureaucratisch. Dat maakt het voor veel mensen ingewikkeld om zorg en inkomensondersteuning aan te vragen en eigen regie te voeren. Eigen regie vergt ook dat mensen toegankelijke, gelijkwaardige en heldere informatie hebben.
Tenslotte wil GroenLinks aandacht voor (culturele én sociaaleconomische) diversiteit onder Amsterdammers. Diversiteit vraagt soms om een andere aanpak en andere voorzieningen wanneer het gaat om zorg en begeleiding. Diverse groepen Amsterdammers moeten diverse keuzes kunnen maken.
6. Gelijke verdeling van zorgtaken
GroenLinks maakt zich zorgen over de ongelijke verdeling van zorgtaken tussen mannen en vrouwen. Nu blijkt al dat mantelzorgers en informele zorgverleners veel vaker vrouw zijn en de verwachting is dat een groot deel van de extra taken voor mantelzorgers en vrijwilligers straks op de schouders van vrouwen komen te liggen. Vooral bij families met lagere inkomens kiest de vrouw er vaak voor om te stoppen met werken om te zorgen voor familieleden. De ontslagen die nu vallen bij de laagbetaalde banen in de zorg (hulp bij huishouden) zullen er ook toe leiden dat veel van deze vrouwen straks hetzelfde werk doen, maar dan voor een uitkering of helemaal geen inkomen. Dit is onrechtvaardig en schaadt de economische zelfstandigheid van vrouwen en is dus slecht voor hun emancipatie. De bezuinigingen mogen absoluut niet leiden tot een situatie waarin mensen met hoge inkomens zich wenden tot private initiatieven terwijl de basiszorg verschraalt en laag opgeleide vrouwen hun baan moeten opzeggen om voor hun familie te zorgen.
7. Continuïteit is kwaliteit
Het is niet altijd mogelijk natuurlijk, om continuïteit van zorg te garanderen, een zorgverlener kan ziek worden of van baan wisselen. Maar tegelijkertijd staan we te weinig stil bij het belang van continuïteit in de zorg. Soms wordt bij aanbestedingen de boel helemaal op zijn kop gezet voor een kleine besparing, terwijl cliënten veel last hebben van de onzekerheid en het moeten wennen aan nieuwe zorgverleners wat vaak hun welzijn weinig ten goede komt. Met de decentralisatie uit de AWBZ en de bijkomende bezuiniging gaat er opnieuw veel veranderen, waarbij sommigen hun zorg zullen verliezen. GroenLinks wil daarbij meer aandacht voor het belang van continuïteit van zorg. Zorg dat cliënten zoveel mogelijk hun eigen zorgverlener kunnen houden en niet hoeven te veranderen van aanbieder of zorgverlener als dat niet echt nodig is. Continuering van het PGB is daarbij ook een belangrijk aandachtspunt.
Femke Roosma
Duo-raadslid GroenLinks Amsterdam
Met dank aan: Jette Bolle, Kas Burger, Astrid Kuiper, Wanda Pelt, Jenneke van Pijpen, Marja Stahli en Hetty Welschen